Spoorlijn Maastricht-Eijsden deel 4 (slot)
Spoorlijn Luik-Maastricht (deel 4)
De infrastructuur in Eijsden
Lag het station in 1861, bij de opening van de spoorweg nog midden in een onbebouwd landbouwgebied, Eijsden paste zich aan. De uitbreiding van de bebouwing verplaatste zich richting station zodat einde negentiende eeuw het stationsplein met overwegend handelshuizen volgebouwd was. Ook aan de toegangswegen naar het station verrezen riante panden.
Afbeelding 1: Station Eijsden na de verbouwing van 1901
Het reizigersaanbod.
De komst van de spoorweg had voor de bevolking van Eijsden grote gevolgen. Het was niet zo dat de Eijsdenaren nu direct Europa gingen bereizen maar een gemakkelijke en snelle verbinding met bij voorbeeld Luik was meer dan welkom. Tot dan toe werd deze reisweg door meerdere bootdiensten over de Maas, maar hoofdzakelijk over het kanaal Luik-Maastricht onderhouden. De trein gaf meer mogelijkheden. Vele Belgen uit Ternaaien en Eben-Eijmaal staken via de Eijsdense veerdienst de Maas over en namen in Eijsden de trein om in Luik te gaan werken. Naar Maastricht en Visé bleef men aanvankelijk te voet gaan, maar later veranderde dat. Cijfers uit de jaren 1890 – 1900 geven aan dat per jaar zowat 27.000 mensen in Eijsden de trein namen en er ook ongeveer zo veel aankwamen.
Ook de in Eijsden gevestigde kloosters profiteerden van de nieuwe en snelle vervoersmogelijkheid. In 1880 adverteert het pensionaat van de zusters Ursulinen met het feit dat hun school gemakkelijk per trein bereikbaar was. De interne leerlingen kwamen van heinde en verre. De trein was voor hen onmisbaar. Begin twintigste eeuw openden de zusters “Les Filles de la Ste. Vierge” in Eijsden een retraitehuis. Zonder goede treinverbinding zou een dergelijke vestiging in ons dorp haast niet mogelijk zijn geweest. Ook de andere religieuze instellingen in Eijsden zoals de school van de paters Kapucijnen (1885 – 1897 en 1912 – 1940/1945), de zusters Franciscanessen (1897 – 1954) en de paters van Marianhill (1954 – 1967) profiteerden van de goede bereikbaarheid per spoor.
Afbeelding 2. Het station met de eigenaardige houten overkapping uit 1905
De beide Eijsdense harmonieën (opgericht 1874 en 1880) hadden de gewoonte om op gezette tijden uitgebreide festivals te organiseren. Tientallen muziekkorpsen met honderden muzikanten namen hier aan deel. Ze kwamen van heinde en verre. Duizenden muziekliefhebbers reisden dan naar Eijsden af. De spoorwegmaatschappij zette daarvoor een aantal extra treinen in om deze massa te kunnen vervoeren. Zonder de trein zouden een dergelijke evenementen niet mogelijk geweest zijn.
De handel en het goederenvervoer.
Voor de fruithandel opende de spoorweg grote mogelijkheden voor wat betreft snelle export naar Engeland en Duitsland. Aan het stationsplein ontwikkelde zich in het vierde kwart van de negentiende eeuw een bloeiende fruithandel. Cijfers uit de jaren 1897/1898 spreken van een handel van 760.000 kg kersen, 1.370.000 kg appels en 592.000 kg peren. In dat zelfde jaar werden verder nog 510.000 kg bieten en 340.000 kg aardappelen per trein vervoerd.
Tijdens de topdagen van de ongeveer drie weken durende oogsttijd werden gemiddeld per dag 50.000 kg zwarte kersen per trein via Antwerpen naar Engeland verzonden.
Elke avond als de telers met paard en wagen hun kersen aanvoerden was het er een drukte van belang. Plaatselijke maar ook Duitse en Belgische kooplieden deden hier zaken. Het verpakken en vervoersklaar maken van de kersen vond plaats in de bijgebouwen van een zestal cafés en duurde tot diep in de nacht. Tientallen tijdelijke arbeidskrachten verdienden hiermee wat extras.
Aan het stationsplein en omgeving vestigden zich ook andere handelsactiviteiten zo als een paardenhandel, een stroopfabriek, zes à zeven horecagelegenheden en een aantal winkels.
Afbeelding 3. Café Du Commerce van de wed. Pachen-Leckner aan het stationsplein. Op de foto poseren de exploitante en familie, een aantal spoorwegarbeiders, fruithandelaren en wat jongeren.
Een grote aanbieder voor het goederenvervoer per trein was de sinds 1870 in Eijsden nabij het station gevestigde Maastrichtse Zinkwitmaatschappij. In 1912 breidde deze onderneming uit met een tweede vestiging aan de oostzijde van de spoorweg. Tot omstreeks 1970 vervoerde de spoorwegen dagelijks wel twintig à dertig wagons van hun producten. Naderhand schakelde de onderneming over op wegvervoer.
De spoorweg als werkgever.
Voor de werkgelegenheid in Eijsden was de spoorweg een zegen. Door de jaren heen heeft menig Eijsdenaar op het spoor gewerkt. Vast werk tegen een redelijk loon, dat sprak menigeen aan. Velen vonden er een baan voor het leven waarin goede promotiekansen tot de mogelijkheden behoorden. In sommige families werkten wel drie generaties bij de spoorwegen.
De exploitatie door de Nederlandse Staatsspoorwegen.
Na de overname in 1899 door de Nederlandse maatschappij tot exploitatie van staatsspoorwegen kreeg station Eijsden uitgebreide bevoegdheden. De dienst invoerrechten en accijnzen werd belangrijk uitgebreid. Douaneambtenaren die tot dan toe in het Maastrichtse station gehuisvest waren werden naar Eijsden overgeplaatst. In 1901 werd het stationsgebouw flink uitgebreid.
Aan de dienst der douane werd een belangrijk deel van het vernieuwde station toegewezen.
Op het stationsemplacement werd ruimte gemaakt voor zes à zeven rangeersporen. Er kwamen twee grote seinhuizen met bijbehorende wissels. Voorts kwamen er nieuwe goederenloodsen met een dienst voor verzending van stukgoederen. De ingebruikname was op 28 november 1902. Voortaan zou veel rangeerwerk in Eijsden plaats vinden. Lange kolentreinen werden s’nachts opnieuw samengesteld, dit naar gelang hun bestemming. In 1905 werd het stationsemplacement voorzien van elektrisch licht. De rangeerders waren daar maar wat blij mee want tot dan toe deden zij hun gevaarlijk werk in het halfdonker van de spaarzame verlichting met olielampen.
In 1905 kreeg het hoofdperron een houten overkapping. Praktisch en misschien wel uniek al vond menig Eijsdenaar dat dit bouwsel beslist niet de schoonheidsprijs verdiende.
De dienstregeling van personentreinen lag begin negentienhonderd op acht treinen Luik-Maastricht vice-versa om later uit te groeien tot een uurdienst.
Bèr Pachen.
De laatste dieseltrein 28-9-1985.