Infobord kop Diepstraat 2x
Onlangs is de complete restauratie van de Diepstraat afgerond. Daarbij zijn op de kop van de Diepstraat, vroeger “het bovenste einde” genoemd, door de gemeente twee mooie stalen informatieborden geplaatst waarbij Eijsdens Verleden voor de informatie over deze oude straat met haar zeer rijke historie, heeft gezorgd.
Hieronder volgt de complete tekst:
Van Dorpsstraat tot Diepstraat
(Informatie aangeleverd door Henk Boersma -SEV)
De huidige Diepstraat wordt pas officieel sinds omstreeks 1960 zo genoemd. Eerder waren andere benamingen in gebruik voor (delen van de straat) zoals Halfstraat, Rechtestraat, Eijsderstraat, Dorpsstraat, Mgr. Nolensstraat, Grand Rue, maar ook al Diepstraat. |
Aan de Eijsdense kant van de Maas maakte de Diepstraat min of meer deel uit van de doorgaande verbindingsweg tussen de steden Maastricht en Luik. De Diepstraat ontleent haar naam aan het gegeven dat het neerwaarts gedeelte van de straat met een ruim verval van circa 11 meter aflopend is richting de rivier de Maas. De Diepstraat behoort tot de oudste straten van Eijsden. Sommige delen van de bebouwing, in ieder geval de kelders, gaan terug tot in de Middeleeuwen. Eertijds, tot ongeveer 1960, was de langgerekte rechte straat opwaarts begrensd ter plaatse genaamd ‘het bovenste einde’ en splitste daar enerzijds naar (nu) de Schoolstraat en anderzijds naar (nu) de Wilhelminastraat. Aan de andere kant, neerwaarts, eindigde de straat in de Maas ter plaatse genaamd ‘de Laak’. |
De Diepstraat was en is een belangrijke straat in Eijsden. Eijsden vervulde lange tijd in een overwegend agrarische omgeving een centrumfunctie. Hier concentreerde zich andere bedrijvigheid dan het boerenbedrijf, hier hield de dokter spreekuur, hier kon men terecht bij de notaris, hier hadden bakkers en slagers, de sigarenmaker en de kruidenier met zijn koloniale waren en tal van andere middenstanders hun winkel. Ook was dit de locatie van de schepenbank, waar recht werd gesproken, en het gasthuis, waar minderbedeelden werden opgevangen en pelgrims konden overnachten. Hier waren de openbare waterpompen voor het tappen van water en het uitwisselen van nieuwtjes. Vóór de komst van het gemotoriseerde verkeer bood de Diepstraat plaats aan de markt en werd er kermis gehouden. De monumentale panden in het straatbeeld zijn nog steeds de stille getuigen van de belangrijkheid van de Diepstraat. Wat bleef en kwam zijn de cafés en restaurants.
Gelet op de centrale ligging en de voorname uitstraling van de Diepstraat is het niet verwonderlijk dat de straat decor is (geweest) van tal van activiteiten. Op de eerste plaats betreft dat de feestelijkheden bij de jaarlijkse bronk ter gelegenheid van Sacramentsdag. Eerst ten behoeve van de processie door het plaatsen van heilig huisjes (tijdelijke kapellen) en bloemtapijten, later voor het dansen van de vermaarde cramignon-reidans. Ook was de straat opnamelocatie voor de succesvolle Tv-serie Dagboek van een herdershond (uitgezonden 1978-1980). In het voorjaar is er de start en aankomst van de wielerklassieker Hel van het Mergelland (1973-2011; met uitzondering van 2001 vanwege de MKZ-crisis), sedert 2012 onder de naam Volta Limburg Classic. Sedert 1974 biedt de Diepstraat en aangrenzende straten opnieuw marktkooplui, particulieren en verenigingen een podium voor verkoop en vertier tijdens de jaarlijkse braderie onder de naam Diepstraatfeesten. Zo is het verleden toch weer dichtbij. |
De Laak
De plaats waar de Diepstraat in de rivier de Maas eindigt werd vroeger ‘de Laak’ genoemd. ‘Laak’ (grenswater) refereert hier aan het drassig overgangsgebied tussen de Maas en de vaste oever. Thans is ter plaatse het gemotoriseerde voetveer Eijsden-Ternaaien in de vaart, vroeger deed daar de sloeproeier zijn werk om de mensen over de Maas te zetten. Terzijde van de Laak, stroomafwaarts, ligt het Bat. Dit toponiem voor aanlegplaats of kade is zeer oud en wijst de plaats aan waar schepen voor anker gingen om te worden gelost of geladen. Archeologisch onderzoek heeft uitgewezen dat reeds in de Middeleeuwen in deze omgeving gebouwen hebben gestaan die in verband kunnen worden gebracht met de Maasvaart, zoals pakhuizen en handelshuizen, en waarschijnlijk een of meer scheepswerven, voor bouw en onderhoud van schepen. De huidige stenen kade werd in de 19e eeuw gebouwd, daarvoor was er waarschijnlijk een keerwand van hout geplaatst. |
Schippers die met het vervoer van vracht over de Maas de kost verdienden werden Maasschippers genoemd. Hun vaargebied reikte van voorbij Mézières in Frankrijk tot in Dordrecht op Nederlands grondgebied. Dordrecht vervulde hierbij een belangrijke rol, omdat deze stad in 1299 het stapelrecht had gekregen, hetgeen betekende dat kooplieden en schippers verplicht waren hun handelswaar (in eerste instantie wijn, hout en graan) in Dordrecht op de markt aan te bieden, vóór dat anderen hun slag konden slaan. Hierdoor ontstond een bijzondere relatie tussen Eijsden en Dordrecht. Tal van Eijsdense families van Maasschippers, zoals daar waren Walpot, Petermans, Nolens en Morrees, hebben daardoor in beide plaatsen verwanten. Afhankelijk van hun vracht deden de Maasschippers tussenliggende handelsnederzettingen aan, zoals bijvoorbeeld Hoei, Namen, Luik, Eijsden, Maastricht, Roermond, Venlo, Grave, Maasbommel en Gorcum. De vracht die zij vervoerden was zeer divers: kersen, peren, appels, amandelen, graan, bieten, gedroogd spek, vis, lever, traan, zout, kaas, rijst, boerderijdieren (paarden, koeien, ganzen), maar ook steenkool, ertsen, spijkers, kalk, ijzer, wol, laken en andere stoffen en bouwmaterialen zoals Namense steen, haardstenen, kalk en hout. Kortom, zowat alles waar vraag naar was.
Op het einde van de 18e eeuw was de Maasvaart nagenoeg volledig tot stilstand gekomen. Door verslibbing van de vaargeulen, de toename van het transport van goederen over land, de hoge toltarieven en de te betalen douaneaccijnzen was de Maasvaart niet meer concurrerend. De schepen werden uit de vaart genomen, de teloorgang van de Maasvaart was volledig. Hier en daar bleef een enkel vaartuig als marktschip in de vaart. Marktschepen vervoerden op vastgestelde dagen en tijdstippen personen en goederen tussen bij elkaar gelegen plaatsen zoals Eijsden-Maastricht en Maastricht-Luik. Maar ook deze vorm van transport was geen lang leven meer beschoren. Wat rest van het Maasschippersverleden in Eijsden is de kademuur, enige door schippers bewoonde huizen en de verering van Sint-Nicolaas, patroonheilige van schippers, vissers en kooplieden, die in het Eijsdense buurtschap Caestert een kapel was toegewijd. Auteur Henk Boersma. |